My name is Joe

Filmrecensie van Jan-Willem Swane

 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

    My name is Joe
  • Verenigd Koninkrijk / Duitsland / Frankrijk / Italië / Spanje, 1998
  • Regie: Ken Loach
  • Met: Peter Mullan, Louise Goodall, David McKay, Annemarie Kennedy
  • Scenario: Paul Laverty
  • Camera: Barry Ackroyd
  • Montage: Jonathan Morris
  • Art directie: Martin Johnson
  • Muziek: George Fenton
  • Kleur, Dolby digital, 104 minuten
  • Gezien: 13 april 1999, Sneak preview, Camera, Utrecht


Al het rumoer rond de Deense Dogmafilms zou bijna doen vergeten dat er weinig nieuws onder de zon is. De Engelse regisseur Ken Loach maakt al jaren gebruik van natuurlijk licht, geluid en locaties en ook hij houdt ervan om zijn acteurs niet alles van te voren te vertellen, zodat ze voor verrassingen komen te staan. Maar waar bij de Denen de vorm een overheersend stempel op de films drukt, blijven bij Loach verhaal en boodschap het vertrekpunt.

Na twee buitenlandse uitstapjes (Spanje in Land and freedom en Nicaragua in Carla's song) blijft Loach in My name is Joe dicht bij huis: de arbeiderswijken van Glasgow. Joe (Peter Mullan), een werkeloze alcoholist die bijna een jaar van de drank af is, stopt zijn ziel en zaligheid in het coachen van een voetbalteam. Hij is als een vader voor de spelers, vooral voor Liam (David McKay), een ex-junk. Wanneer hij zich te veel met Liams zaken bemoeit komt zijn pas ontloken liefde voor de sociaal werkster Sarah (Louise Goodall) onder grote druk te staan.

Aanvankelijk lijkt My name is Joe een grappige film te worden. Het hopeloos slechte voetbalteam en de schelmenstreken geven een sfeer die bekend is uit Brassed off en The full Monty. De ontluikende liefde tussen twee dertigers, met alle schroom en onhandigheid van mensen die al een paar keer te vaak hun neus gestoten hebben, is van een vertederende eerlijkheid die nergens zoetsappig wordt.

Maar wie de films van Loach kent laat zich niet in slaap sussen. Dit moet fout gaan, omdat een arbeider het geluk niet kan bereiken, omdat liefde tussen twee standen gedoemd is in onbegrip te stranden. Er is ruimte voor een sprankje hoop, maar niet veel meer.

Het knappe is dat Loach ondanks het noodlottige karakter van het verhaal toch geen melodrama voorschotelt. Daarvoor is zijn blik te koel en geeft hij zijn acteurs te veel ruimte. De spelers verdienen het ook: in de hele film is geen zwakke rol te vinden. Mullan bijvoorbeeld laat op een indringende manier zien hoe een goede inborst en een duister verleden op elkaar inwerken. Ook Goodall is overtuigend in haar professionele daadkracht en persoonlijke voorzichtigheid. Enig minpuntje van My name is Joe is dat zij niet zoveel verleden meekrijgt als haar mannelijke tegenspeler.

Ken Loach heeft een verhaal te vertellen en kiest aan de hand daarvan zijn vorm. De camera is er voor de acteurs en niet omgekeerd. Daardoor zijn zijn films minder spectaculair dan een film als Festen, maar het effect is vele malen groter. Wie echt geraakt wil worden kan My name is Joe niet aan zich voorbij laten gaan.

 Cijfer (0-10): 9

 My name is Joe in de pers
 My name is Joe in de Internet Movie Database
 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl)

25 april 1999

[Nedstat]