IFFR, dagverslag 5 februari 1998

Filmrecensie van Jan-Willem Swane

 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

International Film Festival Rotterdam

Dagverslag 5 februari 1998


Door het festival loop ik natuurlijk de wekelijkse sneak preview mis. Maar vanavond werd het gemis een beetje opgevuld, want Rotterdam had een surprisefilm. Maar laat ik eerst vertellen over de andere films..

Naar de critic's choice van Hans Beerekamp ben ik altijd nieuwsgierig. Dit jaar was het Winterschläfer van de Duitser Tom Tykwer. Net als bij Egoyans The sweet hereafter draait de film om de gevolgen van een ongeluk in een kleine gemeenschap, in dit geval een Duits skidorp. Meteen bij de titels is duidelijk dat dit een mooie film gaat worden, de beelden en de montage zijn sterk. Bovendien heeft de film een script dat de handelingen van de personages geraffineerd op elkaar in laat grijpen. Winterschläfer is een meeslepende en geestige film, die ook nog eens een verrassend einde kent.

Etnische Idyllen van de Oostenrijker Christian Berger is een documentaire over Kroatië na de oorlog met Servië, die in vorm en inhoud opmerkelijk is. Op het moment dat een oorlog geluwd is, zijn de journalisten meestal niet meer geïnteresseerd. Berger laat zien hoe mensen de draad weer opgepakt hebben, hoe ze op de strijd terugkijken, en hoe hun verhouding met de Serven nu is. Opvallend is dat ideologie een veel minder belangrijke rol speelt dan de economische omstandigheden. De video wordt vertoond op twee schermen (wat een aantal kinderziektes met zich meebracht, want de film was pas vier dagen klaar). Deze vorm leek echter niet veel aan de inhoud toe te voegen.

De films van de Russische animator Vladimir Kobrin hebben een bijzondere ontstaangsgeschiedenis. Hij werkte bij een educatief filminstituut. Tussen de schoolfilms door kon hij, geheel gesubsidieerd, eigenzinnige films maken die niet echt getuigden van een optimistisch socialistisch wereldbeeld. Zo zitten in The last dream of Anatoli Vasilevitch uit 1990 foto's uit een geneeskunde boek van gewurgden en verhangenen. Group portrait (1993) is het product van klassieke animatieregisseurs, videofilmers en computerontwerpers. Het is mooi om te zien hoe met eenvoudige middelen effecten bereikt kunnen worden die meer beeldende kracht hebben dan de meeste moderne special effects. Beide films zijn intrigerende droomsequenties, en het is te hopen, dat, nu de centrale financiering is weggevallen, de bron niet is opgedroogd.

My son the fanatic van de in India geboren Engelsman Udayan Prasad valt vooral op door het scenario van Hanif Kureishi (My beautiful laundrette, Sammie and Rosie get laid). Verschillende keren weet hij het, op zich simpele, verhaal een onverwachte kant op te sturen. Een Londense taxichauffeur uit Pakistan maakt zich steeds meer zorgen om zijn zoon. Deze heeft zijn verloving met een Engels meisje opgezegd en verkoopt zijn bezittingen. De vader denkt, dat drugs de oorzaak zijn, maar dan blijkt de zoon fundamentalistisch moslim te zijn geworden. In de film wordt niet echt partij getrokken, wat hem des te interessanter maakt. Prasad weet helaas niet alles uit het script te halen wat er in zit.

En dan de surprisefilm. Het was Boogie nights van Paul Thomas Anderson (Hard eight). De film toont de opkomst en neergang van de pornofilmindustrie in de jaren zeventig en tachtig. Met veel flair schildert Anderson een pseudofamilie die zich met dit metier bezig houdt. Vooral de pretentie om meer te willen leveren dan platte sex levert vermakelijke scènes op. Maar met ruim twee-en-half uur is Boogie nights veel te lang.

Naar morgen, of naar de index.


 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl)

5 februari 1998

[Nedstat]