IFFR, dagverslag 4 februari 2000

Filmrecensie van Jan-Willem Swane

 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

International Film Festival Rotterdam

Dagverslag 4 februari 2000


Gisteren schreef ik over de goede organisatie van het festival. De keuze van de films, en daar draait het toch om, is een ander verhaal. Ik heb duidelijk minder films gezien waar ik echt van ondersteboven ben als andere jaren. Dat kan liggen aan een ongelukkige keuze, maar het is een geluid dat ik meer om me heen hoor. Het aanbod lijkt meer middle of the road te worden. Een gevolg van de grotere populariteit van het festival? Gelukkig zaten er in de Tiger Competitie, waarvan ik de helft van de films gezien heb, weer een aantal verrassingen die hoop geven voor de toekomst.

Een van die Tigers is I could read the sky van de Britse Nichola Bruce. Het is een weemoedige film waarin een oude Ierse man zijn herinneringen aan het arbeidersbestaan in Ierland en Engeland ophaalt. Onder de continue voice over zit een reeks bijzonder vormgegeven nostalgische beelden. Bruce weet niet voortdurend de spanning vast te houden, maar ze weet wel een sterk gevoel op te roepen.

Yellow bride Yellow bride is een pacifistische film van de Azeri Yaver Rzayev. Vreemd genoeg zit er voor de film een titelscherm met een opsomming van de misdaden die de Armenen in Azerbeidzjan gepleegd hebben. Het lijkt erop dat dat later toegevoegd is onder druk van de autoriteiten. De film is van een grote naïeviteit en weet daardoor geen enkele wezenlijke vraag over de oorlog te beantwoorden. Het detonerende spel van de hoofdrolspeler maakt het er al niet beter op.

Tegen het einde van het festival neemt het geduld af. Na een drie kwartier ben ik dan ook weggelopen bij The dream catcher van de Amerikaan Ed Radtke. Het is een roadmovie over twee jongens die op zoek zijn naar hun ouders. De ene is zwijgzaam, wat mislukte Hal Hartley-dialogen oplevert, de andere kwebbelt aan een stuk door. Toen er weer een reeks afgezaagde opnames van onderweg kwamen - regendruppels op de ruit, hangend uit de auto en zo voorts - hield ik het voor gezien.

Gelukkig wist de volgende film me aardig op te monteren. But I'm a cheerleader van de Amerikaanse Jamie Babbit is een aanstekelijke satire over een rehabilitatiekamp voor homoseksuelen. Alleen al het kleurgebruik is voldoende aanleiding tot hilariteit. Misschien ook nog met de ontroerendste cheerleader-scene uit de filmgeschiedenis.

De Japanner Fukasaku Kinji is een van de Filmmakers in Focus van het festival. Hij is vooral bekend om zijn maffiafilms, waar Cops vs. thugs uit 1975 er een van is. Meer nog dan over de yakuza gaat de film over de corrupte politie. Het is haast niet voor te stellen dat hij al vijfentwintig jaar oud is. Er zit zo'n hoog tempo in dat hij niet onderdoet voor hedendaagse films. Het is een genoegen om vechtscènes te zien die maar uit een paar takes opgebouwd zijn. Voor wie weinig tijd heeft: de eerste vijf minuten zijn het beste.Cops vs. thugs

Cops vs. thugs in de pers.

Ga naar morgen of de index.


 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl)

4 februari 2000

[Nedstat]