Kundun | ||
Filmrecensie van Jan-Willem Swane | ||
Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer] Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999] [links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog] | ||
| ||
Tibet is 'in'. Toch zou je niet van iedereen een film verwachten over dit land. Wat te denken van Martin Scorsese? In zijn films kom je vooral criminelen van verschillende pluimage tegen met grote monden en nog omvangrijkere eergevoelens. Niet bepaald boeddhistische karaktertrekken. Toch is de gedachte niet helemaal vreemd. Scorsese heeft ooit priester willen worden, maakte een film over Christus en stopt zijn film vol met morele thema's. Kundun is dan ook meer een katholieke dan een boeddhistische film. Scorsese besloot deze film te maken naar aanleiding van gesprekken met de Dalai Lama. Deze gesprekken en de autobiografie van de geestelijk en voormalig wereldlijk leider van Tibet, zijn dan ook de bron van het verhaal. De film begint bij het moment dat priesters in een baby op het platteland de gereïncarneerde Dalai Lama herkennen en loopt tot het moment dat deze het land, op de vlucht voor de Chinezen, verlaat. Kundun begint als een historische film. Al meteen verraadt de katholieke achtergrond van de regisseur zich. Scorsese heeft weinig aandacht voor de boeddhistische ideeënwereld, maar des te meer voor de rituelen. Het geheel is opgenomen met een barokke nadruk op vormen en kleuren. Inhoudelijk concentreert de film zich aanvankelijk op de vraag wat het inhoudt om een uitverkoren kind te zijn en daardoor het kindzijn ontnomen te worden. In de loop van het verhaal komen de bedreigingen van buitenaf opzetten. De monnikken verliezen hun geestelijke waardigheid uit het oog bij de strijd om de macht, en uiteindelijk vallen de Chinezen het land binnen om het te 'bevrijden'. Ogenschijnlijk verheerlijkt Scorsese het Tibetaanse bewind, maar tussen de regels door is aardig wat kritiek te zien. Op tweederde slaat de film ineens om van sfeer. Het realisme wordt verlaten, droom en werkelijkheid beginnen door elkaar te lopen. De vlucht uit Tibet wordt zonder onderbreking begeleidt door indrukwekkende muziek van Philip Glass (Koyaanisquatsi). Het is het gedeelte dat Kundun boven het niveau van de doorsnee-exotische film uittilt. Het gaat hier niet meer om het woord of het verhaal, maar om de trance die opgewekt wordt door beeld en geluid. En daarmee laat Scorsese zien wat het boeddhisme voor hem betekent. Het is de vraag of er iemand zit te wachten over nog een film over Tibet. Maar Kundun is meer. Het is een manipulatieve opera die de kijker wil meeslepen naar een ander bewustzijn. En daarmee is het een film die zeer uiteenlopende reacties kan oproepen, van verwerping tot adoratie. Het is een film over een verloren katholicisme waar geen katholiek in voorkomt. Het is een film die meer vertrouwt op beeld en geluid dan op het woord. Het is een uitzonderlijke film. | ||
Cijfer (0-10): 9 | ||
Kundun in de pers | ||
Kundun in de Internet Movie Database | ||
Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer] Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999] [links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog] | ||
© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl) 8 augustus 1998 |