IFFR, dagverslag 3 februari 1998 | ||
Filmrecensie van Jan-Willem Swane | ||
Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer] Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999] [links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog] | ||
International Film Festival RotterdamDagverslag 3 februari 1998 | ||
Een van de leuke kanten van films op een festival zien, is dat ze met elkaar gaan communiceren. Beelden in de ene film keren terug in een volgende. Of films hebben een thema gemeen. Vandaag bleek dat thema bij drie van de vier films ouders en kinderen te zijn. Under the skin van Carine Adleris een film uit het aangrijpende genre waar de Britten patent op lijken te hebben. De personages gaan door een diep dal, om er daarna, met steun van hun omgeving, gelouterd uit te komen. De film gaat over de negentienjarige Iris, die na het overlijden van haar moeder helemaal los slaat. De relatie met haar zwangere zus Rose komt onder grote druk te staan. De filmstijl beweegt zich tussen het sociaal realisme à la Ken Loach en Mike Leigh en een meer onstuimige stijl. Samantha Morton en Claire Rushbrook zetten een aangrijpend portret van de zussen neer. Jammer genoeg komt de ontknoping wel heel plotseling uit de lucht vallen. De uitzondering op het thema was Inside/Out van Rob Tregenza. In tegenstelling tot veel andere films uit de Verenigde Staten op het festival is dit een echte independant. Het is een droomachtige film zonder plot. Een van de genoegens zijn de prachtige zwart-wit beelden in cinemascoopformaat. Je kunt haast verdrinken in de grijsnuances. De film speelt in een Amerikaans psychiatrische inrichting in een kleine plaats. De patiënten proberen er voortdurend vandoor te gaan, maar zijn niet doortastend genoeg. Bij deze film lijkt eerder sprake te zijn van een choreografie dan van een script. Regelmatig dansen spelers en camera om elkaar heen. De film bevat mooie scènes, maar is met twee uur wel aan de lange kant. Ik had voor het festival besloten niet naar The River van de Taiwanees Tsai Ming-liang te gaan. De film gaat toch in de filmhuizen draaien. Maar toen ik zondag de talkshow met Tsai zag, ging ik overstag. En dat is maar goed ook, want nu kan ik hem voor de tweede keer gaan zien. Het lijkt erop dat de filmstijl van Tsai (Rebels of the neon god, Vive l'amour) met iedere film soberder wordt. Hij tergend traag (dus prachtig voor de een, vreselijke voor de andere) en er vallen schreeuwende stiltes. The River gaat over de relatie tussen een jongen en zijn vader. De twee kunnen niet met elkaar communiceren. Maar als de zoon ziek wordt, worden ze daar wel toe gedwongen. Net als in de vorige films bevat The river een aantal scènes die niet van het netvlies te branden zullen zijn. Het uitgangspunt van Witman fiúk (The Witman brothers) van de Hongaar Jánosz Szász lijkt gespiegeld met Under the skin. Hier worden twee broers verrast door het overlijden van hun vader. Van hun moeder hebben ze weinig liefde te verwachten en ze raken geobsedeerd door dood en verderf. De film is in prachtige warme tinten gefotografeerd, maar de traagheid van het verhaal kan niet verhullen dat het plot dun en voorspelbaar is. (Witman fiúk in de pers) Eigenlijk geeft alleen Under the skin een enigszins positief beeld op familieverbanden. Maar schreef Tolstoi al niet: "Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze?" | ||
Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer] Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999] [links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog] | ||
© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl) 3 febuari 1998 |