Everyone says I love you | ||
Filmrecensie van Jan-Willem Swane | ||
Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer] Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999] [links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog] | ||
| ||
De filmmusical is hopeloos uit. Acteurs die midden in een scène beginnen te zingen worden op z'n best als camp gezien, maar lopen vooral het risico met hoongelach ontvangen te worden. En klassieke musicals zijn alleen maar op een verregende zondagmiddag op BBC 2 te zien. Het getuigt dus van moed dat Woody Allen het genre uit de mottenballen heeft gehaald. Aan het einde van Everyone says I love you stelt de vertelster D.J. (Natasha Lyonne) voor het zojuist vertoonde verhaal tot een film te bewerken. Ze krijgt als antwoord dat het dan maar een musical moet worden, omdat niemand het anders zou geloven. En dat geeft meteen een karakterisering van het verhaal. We zien de welgestelde New Yorkse familie van D.J., waar haast iedereen zich in de loop van een jaar in een hopeloze liefde stort. D.J.'s vader Joe (Woody Allen) woont nu in Parijs, maar komt regelmatig uithuilen bij zijn ex, D.J.'s moeder Steffie (Goldie Hawn). Steffie is nu getrouwd met Bob (Alan Alda). Er lopen verschillende kinderen rond, waarbij het al snel onduidelijk wordt wie het kind van wie is. Zo is er de conservatieve zoon Scott (Lucas Haas), die zich rot ergert aan Steffies begaandheid met misdadigers en de romantische Skylar, die in Holden (Edward Norton) haar ridder op het witte paard gevonden denkt te hebben. Verder zien we de jonge zusjes Lane (Gaby Hoffmann) en Laura (Natalie Portman) die samen verliefd worden op een en dezelfde jongen. Steffie introduceert op een dag de vervroegd vrijgelaten Charles Ferry (Tim Roth), wat het huis aardig op zijn kop zet. Intussen probeert D.J. haar vader tijdens een gezamenlijke vakantie in Venetië aan de vrouw te helpen, geholpen door informatie die ze verkregen heeft bij het afluisteren van een psychiater. Kortom: het verhaal is chaotisch als het leven zelf. En daarin schuilt een probleem: het wordt moeilijk om met de personen mee te leven, daarvoor springt het verhaal te veel van de hak op de tak. De klassieke musical concentreerde zich meestal op twee personen die om elkaar heen draaien, en het afwijken van dat patroon is niet zo'n succes. Ook het zingen is niet erg geslaagd te noemen. Alle acteurs, behalve Drew Barrymore, zingen hun eigen partijen, maar dat gaat alleen Alda behoorlijk af. Misschien heeft Allen het wel met opzet zo knullig gemaakt, maar bij mij werkte deze poging tot parodie niet. Voor een parodie op het musicalgenre dan moet de zang of gruwelijk slecht of perfect zijn. Een tussenweg werkt niet. Allen had er beter aan gedaan acteurs met wat minder grote namen te nemen die wel goed kunnen zingen. Everyone says I love you wordt gelukkig gered door de humor van Woody Allen. Je moet er van houden, maar dan is er weer voldoende te genieten. De vreselijk foute Duitse huishoudster, het geweeklaag en de wereldvreemdheid van Allen en zijn Groucho Marx-imitatie zijn genoeg aanleiding voor flinke lachsalvo's. Maar de humor is niet afdoende om van Everyone says I love you een grootse film te maken. Allen lijkt de laatste jaren de weg een beetje kwijt te zijn. In Mighty Aphrodite overschaduwde de vorm al de inhoud, en voor Everyone says I love you geldt dat nog sterker. Een ding komt wel sterk naar voren in deze film: Allens grote liefde voor New York. The Big Apple schittert in alle vier de seizoenen, en doet de rollen van Venetië en Parijs verbleken. Alsof Allen wil zeggen dat je maar beter van een stad dan van een vrouw kunt houden. Cijfer (0-10): 6 | ||
Everyone says I love you in de Internet Movie Database | ||
Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer] Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999] [links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog] | ||
© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl) Maart 1997 |