Umberto D.

Filmrecensie van Jan-Willem Swane

 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

  • Italië, 1952
  • Regie: Vittorio De Sica
  • Met: Carlo Battisti, Maria Pia Casillio, Lina Gennari
  • Scenario: Cesare Zavattini en Vittorio De Sica (gebaseerd op verhaal van Zavattini)
  • Camera: Aldo Graziati
  • Montage: Eraldo di Roma
  • Art directie: Virgillio Marchi
  • Muziek: Alessandro Cicognini
  • zwart-wit, 89 minuten
  • Gezien: 22 jun 1997, 't Hoogt, Utrecht

In het fascistisch Italië van de jaren dertig werden vooral zogenaamde telefoni bianchi-films gemaakt: sentimenteel en escapistisch van karakter. In het begin van de jaren veertig ontstond als reactie hierop het neorealisme. De regisseurs kozen alledaagse thema's, die ze met simpele middelen en ongeschoolde acteurs verbeelden. Regisseurs als Roberto Rosselini (Roma, città aperta (1945)), Luchino Visconti (Ossessione (1942), La terra trema (1948)) en Vittorio De Sica (I ladri di biciclette (1948)) wisten de stijl internationale faam te bezorgen. Een van de laatste neorealistische films was Umberto D. van De Sica uit 1952. Het is een ontroerende film over de armoede en eenzaamheid van een oude man.

Umberto is een gepensioneerd ambtenaar. Zijn pensioen is zo karig dat hij zijn kamerhuur niet meer kan betalen. De hospita, die gewoon was zijn kamer overdag te verhuren aan vrijlustige stellen, probeert hem het huis uit te krijgen. Umberto's enige steun is het dienstmeisje van de hospita, Maria, die zwanger is van een onbekende soldaat, en zijn hond Flike. Umberto probeert op alle manieren geld bij elkaar te krijgen om zijn huurschuld af te lossen.

Alle elementen voor een melodrama zijn aanwezig: een zielige oude man versus een heks, een onschuldig maar gevallen meisje, een hond die kunstjes kent. Maar Umberto D. kenmerkt zich juist door een gebrek aan sentimentaliteit. En dat maakt de film zo ontroerend.

Zo zien we Maria 's ochtends vroeg opstaan, naar de keuken lopen, uit het raam kijken terwijl de katten over de glazen daken lopen, koffie malen. Ineens zien we een traan. Maria zakt onderuit om met haar voet de deur dicht te doen. Deze woordenloze scène is van een aangrijpende sobere schoonheid. Alleen de wat gedateerde muziek verraadt dat we kijken naar een film van bijna een halve eeuw geleden.

Later brengt Umberto Flike naar een arm echtpaar dat op honden past. Umberto wil al zijn bezittingen afstaan voor de verzorging van Flike. Hij vraagt of de honden nooit uitgelaten worden. De man antwoord dat ze daar wel aan wennen. "Nee, dat doen ze niet!" zegt Umberto, en neemt Flike weer mee. En we voelen aan hoe Umberto dat zo zeker weet.

Tegen het einde van de film is het onmogelijk de ogen droog te houden. De tranen zijn gekomen zonder brok in de keel, omdat ze niet met sentimentele middelen opgewekt zijn en omdat Carlo Battisti, in het werkelijk leven hoogleraar, Umberto zeer sober heeft neergezet. Het is onmogelijk om te ontsnappen in het idee dat het maar film is. Umberto D. is fictie, maar tegelijkertijd te waar om te vluchten. En hoewel de film een beeld schetst van Italië kort na de oorlog is het thema nog angstig actueel.

Cijfer (0-10): 9


 Umberto D. in de Internet Movie Database
 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl)

24 juni 1997

[Nedstat]