IFFR, dagverslag 1 februari 1998

Filmrecensie van Jan-Willem Swane

 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

International Film Festival Rotterdam

Dagverslag 1 februari 1998


Na iedere voorstelling van het filmfestival wordt je gevraagd je waardering te geven voor de film. Maar wat moet je met films uit exotische oorden, waarvan je het gevoel hebt dat de lading je behoorlijk ontgaat. Een yakuza-film, die eigenlijk boedistisch blijkt te zijn, een Koreaanse onderwereldfilm die waarin Seoel de hoofdpersoon blijkt te zijn, een Indiaase film waarin om de paar minuten gehuild wordt. Niet alles is in een waarderingscijfer uit te drukken, het zien van films uit verrre landen is op zich al leuk genoeg.

Een van de regisseurs aan wie dit jaar een retrospectief is gewijd is de Japanner Mochizuki Rokuro. Hij is begonnen in de pornofilm-industrie, en toen hij daar voldoende faam en geld mee verzameld had stapte hij over. Sindsdien maakt hij vooral films over de Japanse onderwereld, de yakuza.

Zijn laatste film (die nog niet eens in Japan in premiere is gegaan), Gedo (The outer way) speelt in een kustplaats in de buurt van Tokio. Iedereen, tot en met de priester, is er corrupt. Een ontslagen politieman uit Tokio komt zich in de zaken mengen. In de film zit veel sex en geweld. Maar er zijn ook elementen die je in westerse misdaadfilms niet zo snel zult tegenkomen: prachtige landschapsopnamen, esoterische muziek, verstilling. Opmerkelijk is dat een belangrijk gedeelte van het geweld eerder psychisch dan fysiek van aard is. Dit alles maakt The outer way tot een intrigerende film.

Op het festival draaien ook twee Japanse documentaires. De eerste, Somando monogatari (The weald) is van Kawase Naomi. Zij won vorig jaar met haar eerste speelfilm, Suzaku de persprijs. The weald is een portret van zes stel ouderen die geïsoleerd in de bergen wonen. Ze zijn allemaal getekend door het leven, maar weten ergens nog levenskracht vandaan te halen. In eenvoudige opnamen, met 16mm en video, weet Kawase de kijker de eenzaamheid in te trekken. Aanvankelijk lijken de ouderen slechts platitudes over leven en dood uit te brengen, maar naarmate Kawase ze met de camera dichter op de huid gaat zitten worden ze persoonlijker.

Kioku-ga ushenawareta-toki (Without memory) is de tweede Japanse documentaire. Hij is gemaakt door Kore-Eda Hirokazu, de maker van het indrukwekkende Maborosi. Without memory gaat over een man die door een fout in het ziekenhuis gebeurtenissen niet langer kan onthouden dan een uur. Iedere ochtend komt hij bij het ontwaken tot de ontdekking dat hij geen geheugen heeft en raakt hij vreselijk in de war. Kore-Eda is niet over een nacht ijs gegaan: hij heeft de man een paar jaar gevolgd en heeft zes maanden gemonteerd. Deze zorg is ook aan de film af te lezen. Indrukwekkend wordt het als de man een kind krijgt. Na een aantal maanden heeft hij het besef verworven dat hij een dochter heeft, maar hij kan haar niet herkennen.

Van Japan is het een klein stapje naar Zuid-Korea. In Chorok mulgoki (Green fish) van Lee Chang-Dong is Makdong na zijn militaire dienst op zoek naar werk. Door toeval komt hij terecht in de onderwereld. Zijn liefde voor de minnares van zijn baas maakt het er niet gemakkelijker op. In het eerste half uur wordt Makdong al drie keer in elkaar geslagen. De hoeveelheid geweld neemt daarna niet echt af. Op den duur wordt het wel erg voorspelbaar dat ieder conflict met geweld opgelost wordt. In het praatje na afloop werd duidelijk, dat de film eigenlijk over de modernisering van Seoel gaat. Een aantal puzzelstukjes vallen met die kennis op zijn plaats. Maar de film mist de psychologische kracht die The outer way wel heeft.

Voor de laatste film bleef ik in Azië, namelijk in India. In Kathapurushan (Man of the story) schetst Adoor Gopalakrishnan de geschiedenis van de zuidelijke staat Kerala tussen 1937 en 1980. Hij doet dat aan de hand van het leven van Kunjunni, die geboren werd als zoon van een landeigenaar, als student in de communistische partij ging en uiteindeijk schrijver werd. De ontwikkelingen worden te kort aangestipt om echt meeslepend te zijn, en het voortdurende gesnotter is voor westerse kijkers maar moeilijk te accepteren. Het gedeelte over de jeugd krijgt de meeste aandacht en is ook het interessantst.

Het tovan de dag was het gesprek van Hans Beerekamp met een van mijn favoriete regisseurs, Tsai Ming-liang (Rebels of a neon god, Vive l'amour). Zijn derde, The River, draait nu in Rotterdam. Tsai bleek al even ingetogen te zijn als zijn films. Hij sprak de hoop uit dat zijn films niet alleen als homofilms gezien worden, omdat ze over algemeen menselijke emoties gaan. Na een vraag over het gebruik van stilte kwam hij met het verassende bericht dat zijn vierde film een halve musical wordt. Ik kijk er naar uit, terwijl ik The River nog niet eens gezien heb.

Naar morgen of naar de index.


 Indexen: [de laatste 25] [op titel] [op regisseur] [op cijfer]

Wat schreven de kranten: [premieres van de laatste zes weken] [in 2000] [in 1999]

[links] [verzendlijst] [wie-wat-hoe-waarom] [gastenboek] [weblog]

© Jan-Willem Swane (jswane@xs4all.nl)

1 februari 1998

[Nedstat]